top of page

Technisch directeur PEC Zwolle: ‘BeNeLiga sportief geen bedreiging, maar een uitdaging’

20-09-2017

​

Al jaren wordt er gefilosofeerd over een Belgisch-Nederlandse voetbalcompetitie, maar het is nog maar de vraag of het er ooit van gaat komen. Voor- en tegenstanders richten zich in het debat vooral op de topclubs en de aansluiting met Europese toplanden, maar hoe zit het eigenlijk met de kleinere clubs? Hoe staan zij tegenover een eventuele BeNeLiga?

​

Een BeNeLiga betekent namelijk automatisch dat er veel clubs niet op het hoogste niveau zullen spelen, terwijl zij dit in het huidige systeem wel doen. Stel, de competitie zou bestaan uit achttien clubs en de plekken zouden 50/50 verdeeld worden. Zowel in Nederland als in België zou er dan een groepje clubs zijn dat zich zorgen moet maken over of ze wel in de BeNeLiga terecht zullen komen.

​

Gekeken naar de hoogte van de financiële begrotingen en de sportieve resultaten van de afgelopen jaren geldt dit in Nederland niet voor clubs als Ajax, Feyenoord, PSV, Vitesse, FC Twente en AZ. Zij steken zowel sportief als financieel boven de rest uit. In België geldt dit voor Anderlecht, Club Brugge, AA Gent, Standard Luik en Racing Genk.

​

Dit zijn elf clubs en Nederland zou in dit scenario nog drie plekken overhebben. Clubs als SC Heerenveen, FC Groningen, Heracles Almelo, FC Utrecht en PEC Zwolle zouden moeten vechten voor hun plek. Gerard Nijkamp, technisch directeur van PEC Zwolle, laat aan BIG weten dit niet als een bedreiging, maar als een uitdaging te zien.

​

“Of PEC Zwolle voor- of tegenstander is van een BeNeLiga hangt helemaal af van de inrichting van de competitie”, zegt hij hierover tegen BIG. “Hoe wordt de opzet van het promoveren en degraderen? Komt er alleen een hoogste competitie of wordt ook de competitie daaronder gemengd? Dat zijn voor ons belangrijke vragen.”

​

PEC Zwolle staat dus niet per se negatief tegenover een eventuele BeneLiga. “Zowel qua sponsoring als maatschappelijk zou het positieve kanten kunnen hebben. De sportieve bedreiging is dat we wellicht net buiten de hoogste competitie zouden kunnen vallen, maar ik zie dat liever als een uitdaging.”

​

Maar dit betekent niet dat Nijkamp vertrouwen heeft in het tot stand komen van een BeNeLiga. Hij vindt dat wij Nederlanders ons eerst op onszelf moeten richten, voordat we de Belgen erbij moeten betrekken. “Binnen onze eigen competitie is al vaak gebleken dat we er op een aantal punten niet uitkomen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over een eerlijkere verdeling van tv-gelden, de aanpassing van een competitie van 18 naar 16 clubs, een betere opvang van degradanten naar de Jupiler League, kunstgras, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Nederland is als voetballand gewoon vrij conservatief.”

​

De nostalgie en historie van de Eredivisie spelen in ieder geval geen rol bij Nijkamp. “Als tegenstanders van de BeNeLiga hierover beginnen, dan kan ik daar niet zoveel mee.” Hierbij haalt hij ook het spelen op kunstgras aan. PEC is één van de zeven clubs uit de Eredivisie die op kunstgras speelt. “Tegenstanders van kunstgras die de afwezigheid van de geur van echt gras aanhalen als argument. Wat moet ik daarmee? Laten we dan ook maar weer met een bal met een veter erop gaan spelen, verplicht met de fiets naar het stadion komen en mannen lange jassen met een hoed laten dragen.”

​

Je moet meegaan met de tijd. Daarom hebben wij ook voor kunstgras gekozen. Maar of het nou om kunstgras of over de BeNeLiga gaat: als je beleidsmaker van een club bent, moet je besluiten maken op basis van inhoudelijke argumenten. De onderbuik zou niet mee moeten spelen.

​

Een woordvoerder van de KNVB laat aan BIG weten dat de BeNeLiga op dit moment niet nieuwswaardig genoeg is om een standpunt over in te nemen. “Er komt een nieuwe directeur bij de KNVB en als dit onderwerp actueel genoeg is, zal diegene hier een standpunt over innemen.” NAC Breda laat aan BIG weten dat dit onderwerp totaal niet speelt in Nederland en dat zij hier intern ook niet over hebben nagedacht.

bottom of page